Snel zoeken

Tijdelijke arbeidsovereenkomsten nemen toe

Bron: Economisch Tijdschrift -06/2019 10-5-2019 0:00
Categorieën: Kandidaat, Overheid - kandidaat, Zorg, Zorg - werkgever

Tijdelijke arbeidsovereenkomsten omvatten overeenkomsten voor bepaalde duur, uitzendcontracten, vervangingsovereenkomsten, overeenkomsten voor de uitvoering van een duidelijk omschreven taak en studentenarbeid. Tot in 2014 veranderde het aandeel van dat type arbeidsovereenkomst in de gesalarieerde werkgelegenheid nauwelijks en schommelde het rond de 8 %. Sindsdien neemt het steeds sneller toe: in 2017 beliep het aandeel 10 %. Ondanks die toename blijven vaste arbeidsovereenkomsten in België de norm, aangezien negen loontrekkenden op tien beschikken over een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, wat een hoger aandeel is dan het gemiddelde in de EU (86 %). Die toename valt samen met de afschaffing van het proefbeding, die werd bekrachtigd op het ogenblik van de harmonisering van het arbeiders- en het bediendenstatuut. Sindsdien verkiezen tal van werkgevers eerst een tijdelijke arbeidsovereenkomst aan te bieden (arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of uitzendcontract), om na te gaan of de werknemer het gewenste profiel heeft.

Typisch voor België is het intensieve gebruik van zeer kortstondige tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Bijna één arbeidsovereenkomst op vier wordt gesloten voor minder dan een maand; in de EU ligt die verhouding vier- tot vijfmaal lager.  

 
Grafiek 2  - Tijdelijke overeenkomsten naar arbeidsduur

(in % van het totale aantal tijdelijke overeenkomsten, 2017)

201906_art5_graph2_nl.png?itok=OtK0DDFwBron: EC —

Terwijl de soepele aanwending van de verschillende vormen van tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor de werkgever een voordeel is, kan die voor de werknemer bepaalde nadelen inhouden op het gebied van loopbaanvooruitzichten, instabiele werkgelegenheid en inkomen. De meeste werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst (70 %) werken trouwens niet tijdelijk uit vrije wil, maar omdat ze er niet in geslaagd zijn een betrekking voor onbepaalde duur te vinden. Wegens de instabiliteit van de werkgelegenheid en dus van het inkomen die intrinsiek aan dat type van arbeidsovereenkomst verbonden is, vooral voor de zeer kortstondige overeenkomsten, is de armoederisicograad veel hoger bij tijdelijke werknemers dan bij werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst (13 %, tegen 3 %). Het gaat doorgaans echter om een overgangssituatie, omdat bijna 40 % van de werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst het daaropvolgende jaar een vaste overeenkomst krijgt.

Aangezien werken met een tijdelijke arbeidsovereenkomst zelden een persoonlijke keuze is, hoeft het niet te verwonderen dat verhoudingsgewijs meer kwetsbare werknemers in die situatie verkeren: vrouwen, jongeren, niet-EU-onderdanen en laaggeschoolden. De leeftijd van de werknemer is het meest doorslaggevende kenmerk. Jongeren maken een veel grotere kans dan de andere leeftijdsgroepen om een tijdelijke arbeidsovereenkomst te hebben. Die kans vermindert zeer snel naarmate de leeftijd oploopt:  ze daalt van 60 % voor wie jonger is dan 20 jaar tot 3 % voor de 50-64-jarigen. Voor jonge werknemers vormen tijdelijke arbeidsovereenkomsten steeds vaker een onvermijdelijke tussenfase vóór ze een vaste overeenkomst krijgen. Indien tijdelijke overeenkomsten elkaar opvolgen zonder op termijn te worden omgezet in een vaste arbeidsovereenkomst, leidt dat tot een grotere instabiliteit en een hoger armoederisico.

Kring vzw gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en vacatures af te stemmen op je interesses.
Close